Pio Gotson - De dagelijkse sleur van een schoolgaande zeventienjarige

 Zware oogleden.

Het was de vorm van het bord die hem slaap gaf, of misschien de stem van de leraar, of anders mogelijk de saaiheid van de lesstof zelf.

Het was het gebrek aan slaap dat hij had. Hij kon zeggen dat hij er niets aan kon doen, dat hij moeite had met in slaap vallen, maar het kwam puur door hemzelf. Op je telefoon blijven zitten bevordert het in slaap vallen niet.

Tafels in een klaslokaal tijdens een les leken op dit soort momenten comfortabeler dan bedden. De leraar vooraan zei dingen maar ze kwamen niet binnen. Hij vertelde over dingen waar dingen aan voorafgegaan waren die hij ook niet meegekregen had, doordat hij toen in dezelfde mentaal vermoeide staat was als nu.

*

Hij had een pen in zijn hand, papier op zijn tafel en een vaag idee van wat hij doen moest, maar alles wat de inkt deed was kleine figuurtjes tekenen. Hij wou dat hij het allemaal al snapte, zoals vroeger, toen had hij nooit hoeven leren, en toen waren opdrachten dus ook nog leuk, want dingen waren alleen leuk als ze geen moeite kostten. Hij keek rechts naast hem, zijn vriend wist wel wat hij deed. Die had discipline.

*

Eindelijk was het pauze. Er leek in eerste instantie geen plek te zijn, de kantine was vanouds druk, maar aan het uiteinde van een rij van drie tafels, waaruit de kantine opgebouwd was, was toch nog een zestal stoelen vrij, wat betekende dat ze met de hele vriendengroep konden gaan zitten. Plots was de pauze voorbij.

*

Al twee weken had hij al het huiswerk gemaakt dat ze tot nu toe opgekregen hadden, hij had zelfs wat voor gewerkt, zodat hij alles al begreep voordat hij de les in liep. Op die manier hield hij het leuk. Vandaag, echter, ging het niet. Hij was moe, zoals meestal, maar het ergste was nog de jongen naast hem. Ze waren vrienden, voor zo ver iemand waar je buiten school nooit mee afspreekt een vriend te noemen valt, maar naast hem zitten deed hij nooit meer. Het jong was constant met zijn pen irritante geluidjes aan het maken. Hij wilde hem een klap verkopen.

*

Hij wilde hem een klap verkopen. Met Latijn zat hij al jaren naast hem. Als vriend beschouwde hij hem niet, hoewel hij buiten school al regelmatig dingen met hem gedaan had, vroeger zaten ze nog samen in een soort van vriendengroep. Twee jaar terug begon hij zich langzaam aan de jongen te irriteren, net als meerderen, en dat gevoel was niet meer weggegaan. Hij was de enige andere die Latijn volgde, tot vorig jaar, toen gingen ze naar een andere school. Altijd klaagde hij maar, altijd, het woord inhoud stond niet in zijn woordenboek, want ook zijn woordenboek bezat, naast zijn leven, geen inhoud.

*

Op zijn gemak fietste hij naar huis. Uit zijn koptelefoon kwam muziek, Nederlandse rap. Dat zette hij normaal gesproken meestal ‘s morgens op, op de heenweg, en niet op de terugweg, maar hij had zijn muziek gewoon snel even aangezet, want hij had haast, en dit stond er nog op van vanmorgen. Echt een smaak had hij niet, maar meerderen, te veel om op te noemen. Wat in de top vijftig van het moment stond behoorde meestal niet tot zijn smaak, dat was een goede samenvatting van zijn muzieksmaak.

Het weer was eigenlijk net te warm. Zijn shirt plakte doordat zijn rugtas daar zat. Vaak stopte hij zijn rugtas om deze reden onder de snelbinders, maar daar had hij nu niet aan gedacht. Om vijf uur was hij pas uit van school, en hij wilde alleen naar huis fietsen, zonder hem, dus hij had geracet. Soms was het een strategie om nog rustig naar het toilet te gaan, zodat hij wegfietste, maar vandaag had hij training en kon hij alle tijd dus goed gebruiken.

*

Zo gingen de dagen voorbij.

Pio Gotson - Op school (tijdens een tussenuur, het achtste, wat betekent dat er het negende nog een les is, van vijf over vier tot vijf voor vijf ‘s middags dus - ik wens te sterven), vier september tweeduizendvierentwintig.

Reacties

Populaire posts